Is uw kind te jong voor het maken van een studiekeuze? Wat de wetenschap zegt
“Mam, ik weet gewoon niet wat ik wil studeren!” – een zin die veel ouders herkennen. En terecht, want Nederlandse jongeren moeten al op 14-15 jaar hun profielkeuze maken en op 16-17 jaar een definitieve studiekeuze.
Maar hier zit een fundamenteel probleem: het adolescente brein is neurologisch gezien nog niet volgroeid op het moment dat deze belangrijke levenskeuzes gemaakt moeten worden. De prefrontale cortex – het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor planning, toekomstdenken en rationele beslissingen – ontwikkelt zich tot ver in de twenties.
De vraag die dit oproept:
Is het reëel om van jongeren te verwachten dat ze op 16-17 jaar al weten wat ze de rest van hun leven willen doen? En wat zijn de gevolgen van deze vroege keuzedwang?
In dit artikel:
- Wat zegt de wetenschap over het puberbrein en toekomstbeslissingen?
- Waarom is identiteitsontwikkeling cruciaal bij studiekeuze?
- Welke rol speelt de profielkeuze bij latere studiekeuzes?
- Praktische oplossingen voor jongeren die twijfelen
De realiteit: 25-30% van de studenten switcht in het eerste jaar van studie, vaak omdat de keuze te vroeg gemaakt is. Dat betekent verloren tijd, geld en zelfvertrouwen. Dit artikel helpt ouders en jongeren om deze valkuil te vermijden.
Bekijk ook: Tussenjaar nemen: wel of niet doen?
Het Puberbrein en Toekomstbeslissingen: Wat Zegt de Neurowetenschap?
De wetenschap is glashelder: het adolescente brein is fundamenteel anders gebouwd dan het volwassen brein. En dat heeft alles te maken met het kunnen maken van studiekeuzes.
De Prefrontale Cortex: Je “CEO” is Nog in Opleiding
Het deel van je hersenen dat verantwoordelijk is voor:
- Langetermijnplanning
- Het afwegen van consequenties
- Impulsecontrole
- Rationele besluitvorming
- Toekomstdenken
…ontwikkelt zich tot ongeveer 25 jaar. Op 16-17 jaar – het moment waarop Nederlandse jongeren een studiekeuze moeten maken – is dit hersengebied nog volop in ontwikkeling.
Wat betekent dit concreet?
Jongeren op deze leeftijd:
- ✗ Hebben moeite met het overzien van langetermijngevolgen
- ✗ Zijn meer gevoelig voor sociale druk (wat vinden vrienden/ouders?)
- ✗ Vertrouwen meer op emotie dan op rationele afweging
- ✗ Kunnen abstract toekomstdenken nog niet volledig overzien
- ✓ Zijn wél uitstekend in het leren en nieuwe dingen ontdekken!
Identiteitsontwikkeling: “Wie Ben Ik Eigenlijk?”
Psycholoog Eveline Crone schrijft in haar baanbrekende boek “Het sociale brein van de puber”:
“Tijdens de periode van de adolescentie worden vragen over het zelfbeeld steeds belangrijker. Niet alleen willen adolescenten meer nadenken over zichzelf en hun toekomst, ze worden hiertoe ook gedwongen. Gedurende de middelbare schooltijd worden ze geconfronteerd met allerlei keuzes, zoals de profielkeuze die gevolgen heeft voor hun latere loopbaan. Die keuze hangt ook weer samen met de mate waarin ze zichzelf (willen) inzetten voor school. Vragen over de toekomst leiden onvermijdelijk tot vragen over wie je bent, hoe je over jezelf denkt en hoeveel zelfvertrouwen je hebt.
De optelsom van deze factoren leidt tot de ontwikkeling van een identiteit: het gevoel van wie je bent, waar je vandaan komt en waar je naartoe wilt. Omdat het te simplistisch is te veronderstellen dat een 14-jarige keuzes over zijn toekomst al op een ‘volwassen’ manier kan maken, is het van wezenlijk belang dat jongeren niet op die leeftijd een nu-of-nooit beslissing hoeven te maken, maar dat zulke keuzes op verschillende momenten in de adolescentie kunnen maken.”
De Paradox: Je Moet Kiezen Terwijl Je Niet Weet Wie Je Bent
Erik Erikson, grondlegger van de identiteitspsychologie, omschreef adolescentie als de fase van “identiteit versus rolverwarring”. Pubers zijn bezig met het uitvinden van:
- Wat zijn mijn sterke kanten?
- Waar lig ik ‘s nachts wakker van?
- Wat vind ik écht belangrijk (niet wat mijn ouders belangrijk vinden)?
- Waar wil ik voor staan in het leven?
Het probleem: je moet een studiekeuze maken terwijl je midden in dit identiteitsproces zit. Het is alsof je een huis moet bouwen terwijl de fundering nog vloeibaar is.
Het Nederlandse Onderwijssysteem: Van Breed naar Smal (Te Snel?)
Wat Zeggen Studiekeuzebegeleiders?
Arnold Heijblom, studiekeuzebegeleider met jarenlange ervaring, legt de vinger op de zere plek:
“Het probleem ken ik heel goed. De kern van het probleem ligt in mijn ogen niet in de leeftijd maar wel in het type keuze dat op een bepaalde jonge leeftijd al gemaakt moet worden.”
Arnold maakt een historische vergelijking die het probleem helder illustreert:
Vroeger (tot circa 2000):
- Twee hoofdkeuzes: talenkant OF exacte-vakken-kant
- Breed beginnen, later verfijnen
- Leerlingen konden aan veel vakken “snuffelen”
- Vanzelf ontstond een beeld van wat bij je past
Nu (huidig systeem):
- Vaak al vier specifieke profielen in 3 HAVO/4 VWO
- Veel gedetailleerder keuzes al in het begin
- Minder ruimte om te ontdekken wat je leuk vindt
- Moeilijker om later nog te switchen
Het gevolg: De vraag “Welke vervolgmogelijkheden biedt elk vakkenpakket?” is lastig te beantwoorden als je nog weinig zicht hebt op wat je later wil gaan doen.
De Cascade van Vroege Keuzes
Studiekeuzebegeleider Loth van Veen vat de complexiteit samen:
“Op jonge leeftijd maken jongeren al keuzes die van grote invloed kunnen zijn op het verloop van hun verdere carrière: keuze voor het niveau (vmbo, havo, vwo), profielkeuze en studiekeuze. Het is de vraag of jongeren op jonge leeftijd al in staat zijn dergelijke beslissingen te nemen.”
De keuzecascade in Nederland:
- 12 jaar: Schooladvies (vmbo/havo/vwo) → bepaalt je startniveau
- 14-15 jaar: Profielkeuze → bepaalt welke studies toegankelijk zijn
- 16-17 jaar: Studiekeuze → bepaalt je carrièrerichting
- 18+ jaar: Mogelijk switchen of stoppen (met financiële consequenties)
Elk van deze stappen heeft langetermijngevolgen, terwijl het brein nog niet rijp is voor dit soort beslissingen.
De Domino-Effect: Hoe je Profielkeuze je Toekomst Bepaalt
De harde waarheid: Een verkeerde profielkeuze op 14-15 jaar kan deuren sluiten die je op 17 jaar wilt openen.
Concrete Voorbeelden van Profielvalkuilen
Scenario 1: De gemiste natuurkunde
Je koos op 14 jaar voor het Cultuur & Maatschappij-profiel omdat je talen leuker vond dan wiskunde. Op 17 jaar ontdek je dat je Psychologie wilt studeren aan de universiteit. Probleem: je hebt geen natuurkunde gehad – een toelatingseisje voor deze studie. Resultaat: Extra jaar natuurkunde inhalen of alternatieve route zoeken.
Scenario 2: De beperkte keuze
Je koos voor Natuur & Gezondheid omdat je dierenarts wilde worden. Op 16 jaar ontdek je dat bedrijfskunde veel beter bij je past. Probleem: je hebt geen economie gehad. Resultaat: HBO-route of extra vakken, terwijl je met een breder profiel direct naar WO had gekund.
Studiekeuzebegeleider Loth:
“De profielkeuze kan in grote mate de studiekeuze beïnvloeden. Een brede basis zou wellicht beter zijn zodat jongeren langer de tijd hebben om uit te vinden wie ze zijn, wat ze kunnen en wat ze willen.”
Het “Balen”-Probleem
Arnold Heijblom:
“Soms blijkt later dat een dan ontdekte vervolgopleiding of baan niet mogelijk is met het gekozen vakkenpakket en dat het dan maar ‘balen’ is want je kunt niet alles hebben.”
Maar moet dit zo zijn? Arnold ziet wel oplossingen:
- Makkelijker maken om naar een ander profielpakket over te stappen
- Mogelijkheid om extra vakken uit andere profielen te volgen
- Meer flexibiliteit in het onderwijssysteem
Het probleem: Scholen geven aan dat dit “roosterproblemen” veroorzaakt. De vraag is: wat is belangrijker – administratief gemak of de toekomst van jongeren?
Praktische Oplossingen: Wat Kun Je Doen als Je Twijfelt?
Oplossing 1: Een Tussenjaar – Tijd voor Zelfontdekking
Studiekeuzebegeleider Loth:
“In de praktijk zien wij dat een ‘pas op de plaats’ en vertraging in dit proces in de vorm van een tussenjaar heel effectief kan zijn. Tijdens een tussenjaar kun je je horizon verbreden, jezelf ontwikkelen en ontdekken wat echt bij je past.”
Psychologisch voordeel: Een tussenjaar geeft je brein letterlijk extra tijd om te ontwikkelen. De prefrontale cortex wordt sterker, je identiteit wordt helderder, en je hebt ervaring opgedaan die je helpt bij het maken van een weloverwogen keuze.
Wat kun je doen in een tussenjaar?
- Werken → ontdek wat je leuk vindt én wat juist niet
- Reizen → verbreed je wereldbeeld en zelfkennis
- Vrijwilligerswerk → test verschillende sectoren zonder commitment
- Stages/meelooplopen → ervaar studies/beroepen van binnenuit
- Zelfontwikkeling → therapie, coaching, persoonlijkheidstests
Op zoek naar tussenjaar mogelijkheden?
Ontdek tussenjaar programma's in binnen- en buitenland: van reizen en vrijwilligerswerk tot stages en taalcursussen.
Oplossing 2: Investeer in Zelfkennis (Niet Alleen in Studiegidsen)
Arnold Heijblom:
“Aandacht en tijd besteden aan je persoonlijkheid en je persoonlijke voorkeuren zal heel goed kunnen helpen om juiste studiekeuzes te bepalen.”
Praktische stappen voor meer zelfkennis:
- Persoonlijkheidstests (Big Five, MBTI, RIASEC) – begrijp je kernwaarden
- Gesprekken met professionals – vraag wat hun werk echt inhoudt
- Reflectie-oefeningen – schrijf wekelijks op wat je energie geeft/kost
- Meeloopdagen en stages – ervaring is de beste leraar
- Studiekeuzebegeleiding – professionele hulp is geen luxe maar noodzaak
Oplossing 3: Switchen is Geen Falen
Een cruciale mindset-shift voor ouders en jongeren:
Arnold Heijblom:
“Het is belangrijk dat jongeren/studenten en hun ouders een beetje weg blijven bij het idee dat stoppen of switchen van opleiding zonde is geweest. Het is óók een leerperiode geweest.”
Psychologische waarheid: Je leert evenveel van wat je NIET wilt als van wat je WEL wilt. Een “mislukte” studiekeuze is eigenlijk een succesvolle eliminatie van een onjuiste optie.
Arnold’s wijsheid: “Soms ben je succesvol, de andere keer leer je.”
Herkenning voor ouders: 25-30% van de studenten switcht. Jouw kind is niet de enige, en het is niet omdat hij/zij “te weinig zijn best heeft gedaan”. Het is vaak gewoon té vroeg geweest om zo’n belangrijke keuze te maken.
Oplossing 4: Systemische Verandering (De Lange Termijn)
Wat de Algemene Onderwijsbond bepleit:
- Later moment voor definitieve studiekeuze
- Bredere basisvorming in de bovenbouw
- Meer mogelijkheden om te switchen zonder tijdverlies
- Minder “verkokering” in het Nederlandse onderwijs
Totdat dit verandert: Maak gebruik van de oplossingen hierboven om binnen het huidige systeem de beste keuze te maken.
Moet de Studiekeuze Later Komen?
Niet Iedereen Heeft Meer Tijd Nodig
Studiekeuzebegeleider Loth nuanceert:
“Voor sommige jongeren is het al heel duidelijk wat zij willen gaan studeren. Voor hen is het dan ook niet nodig om de leeftijd waarop de studie gekozen moet worden te verhogen.”
Deze jongeren herken je aan:
- Duidelijke passie vanaf jonge leeftijd (muziek, sport, techniek, zorg)
- Consequente interesse over meerdere jaren
- Actief bezig met hun interessegebied (hobby’s, bijbaan, vrijwilligerswerk)
- Stabiel zelfbeeld en duidelijke waarden
Voor deze jongeren: Een vroege keuze is geen probleem – integendeel, het geeft richting en motivatie.
Maar Voor de Meerderheid: Té Vroeg
Loth:
“Wij zien dagelijks jongeren voor wie de keuze te vroeg kwam. Zij kozen daarom voor een tussenjaar (of stoppen tussentijds met de studie) om meer tijd uit te trekken voor de studiekeuze. Wij zien dat deze jongeren daarna met meer overtuiging een studie kiezen die echt bij hen past, doordat er meer research is gedaan.”
De cijfers liegen niet:
- 25-30% switcht in eerste jaar
- Veel jongeren voelen studiekeuzestress
- Twijfel leidt vaak tot uitstelgedrag of verkeerde keuze uit paniek
De Visie van de Algemene Onderwijsbond
De AOb is glashelder:
“We hebben ons stelsel nu erg ‘verkokerd’ ingericht waardoor het voor veel leerlingen moeilijk is om over te stappen naar een andere richting. Dat vinden we onwenselijk.”
De AOb pleit voor:
- Later moment voor de profielkeuze
- Later moment voor de studiekeuze
- Meer doorstroommogelijkheden zonder tijdverlies
- Bredere basisvorming in de bovenbouw
Arnold’s Keuzeparadox: Minder is Meer
Een verrassende inzicht van Arnold Heijblom:
“Als je de lekkerste taart mag kiezen bij de banketbakker dan is het makkelijker kiezen uit acht verschillende taarten dan wanneer er twintig verschillende taarten in de vitrine liggen.”
Psychologische verklaring (keuzeparadox):
Te veel opties leiden tot:
- Analyse-paralyse
- Angst voor de verkeerde keuze
- Lagere tevredenheid met de gemaakte keuze
- Meer twijfel achteraf
Arnold’s pleidooi: Niet zozeer de leeftijd verhogen, maar het aantal keuzes verminderen en meer ruimte geven voor exploratie.
Conclusie: Ben je Te Jong? Het Hangt Ervan Af
De Wetenschap Zegt: Ja, Voor de Meeste Jongeren
Neurowetenschappelijk:
- Het brein is niet volgroeid op 16-17 jaar
- Toekomstdenken en planning zijn nog in ontwikkeling
- Identiteit is nog volop in vorming
Psychologisch:
- Zelfkennis komt met ervaring en tijd
- Adolescentie is per definitie een zoektocht
- Vroege keuzes leiden vaker tot switchen
Maar het Nederlandse Systeem Zegt: Nee, Je Moet Kiezen
De realiteit:
- Profielkeuze op 14-15 jaar
- Studiekeuze op 16-17 jaar
- Financiële consequenties bij switchen
Wat kun JIJ doen?
Als je een twijfelende jongere bent:
- Neem een tussenjaar als je echt twijfelt
- Investeer in zelfkennis (tests, gesprekken, meelopen)
- Kies een brede studie als je nog niet zeker bent
- Besef: switchen is geen falen, maar leren
Als je een ouder bent:
- Erken de druk die je kind ervaart
- Normaliseer twijfel en switchen
- Investeer in studiekeuzebegeleiding
- Geef ruimte voor een tussenjaar
- Steun je kind, ook bij een “omweg”
Eén Ding is Zeker
Je bent niet té jong om na te denken over je toekomst. Maar je bent waarschijnlijk wel té jong om daar al definitieve beslissingen over te moeten nemen.
Het Nederlandse onderwijssysteem vraagt iets van jongeren wat hun brein neurologisch nog niet optimaal kan. Dat is niet jouw schuld – het is een systeemprobleem.
Binnen dit systeem is de slimste keuze: neem de tijd die je nodig hebt, ook als het systeem zegt dat je die niet hebt.
Deel dit artikel:
